Terreinen met te lage grondwaterstanden worden als matig of slecht beoordeeld; de condities zijn niet geschikt voor het halen de gewenste natuurkwaliteit. Deze matige en slechte condities komen verspreid voor in het hele land en in alle ecosysteemtypen. Vooral moerassen, natte graslanden en natte heiden hebben een te lage grondwaterstand en zijn verdroogd. Hoewel het aandeel natte bossen en natte duinen klein is qua oppervlak is het grootste deel daarvan wel ten minste in enigermate verdroogd.
↧